dinsdag 10 oktober 2017

Anansi origineel verhaal

Er was eens een koning. Achter zijn paleis had hij een zeer mooie en grote tuin met allerlei soorten bloemen en bomen, vooral fruitbomen. Iedere morgen maakte de koning een wandeling in zijn tuin en het was hem opgevallen, dat hij de laatste tijd voortdurend fruit miste. Er moest diefstal in het spel zijn.

De koning ging tekeer tegen zijn hofbewakers, dat ze niet beter uit hun ogen keken. Waar had hij ze anders voor aangesteld? Ze konden erop rekenen, dat ze hun betrekking verloren, als er geen eind kwam aan die diefstallen!

Het hielp allemaal niets, want de dief was slimmer dan de bewakers, die hem maar niet konden snappen.

Op zekere dag had de koning zelf een list bedacht. Hij liet een pop maken, zo groot als een volwassen mens, van stro en pek. Hij gaf hem de houding van een soldaat met een geweer in de hand. De pop werd bij de put in de tuin neergezet.

's Nachts kwam de dief, die niemand anders was dan Kompa Nanzi, weer in de tuin van de koning en zag op een gegeven ogenblik een soldaat onbeweeglijk bij de put staan. Nanzi echter kende uit ondervinding de geringe moed van de soldaten van de koning en riep: "Maak dat je weg komt, lelijke bullebak!" Maar de soldaat verroerde geen spier.

Dat vond Nanzi wel een beetje sterk. Hij sloop naderbij en riep nog eens: "Je moet niet denken, dat ik bang voor je ben; ruk in, of ik zal je mores leren!"

De soldaat bleef onbeweeglijk. Dat was voor Nanzi te veel. Woedend vloog hij op de soldaat af en gaf hem een oplawaai, waar een kind aan gestorven zou zijn. Maar dat viel Nanzi niet mee, want zijn hand bleef aan de teerpop vastplakken. Toen gaf hij met zijn andere hand de pop een oorvijg, die klonk als een klok, maar daarmee zat tevens zijn tweede hand gevangen. Nanzi werd er bepaald zenuwachtig van en zei: "Als je soms denkt, dat ik nu machteloos ben, dan heb je het toch mis," en hij gaf de pop een kopstoot die een woedende stier niet kwaad gestaan zou hebben. Het vreselijke gevolg was echter, dat nu ook zijn hoofd aan de pop bleef vastzitten, want de teer plakte geweldig.

Toen verloor Nanzi elke zelfbeheersing. Hij ging tekeer met armen en benen en zat weldra zo vast, dat hij bijna bewegingloos op de grond viel.

Toen Nanzi tot bezinning kwam, en hij begreep dat hij zich met geen mogelijkheid kon loswerken, en dat als de dag aanbrak voordat hij bevrijd was, men hem zou grijpen en naar de koning zou brengen, begon hij de pop te smeken om hem toch maar te laten gaan. Hij beloofde van alles, maar het spreekt vanzelf dat dat niets hielp.

Al vroeg in de morgen kwamen er soldaten aan, die Nanzi vonden en hem met pop en al voor de koning brachten. Wat moesten de mensen lachen om Nanzi toen ze hem zo zagen, vastgekleefd aan de teerpop. Toen men genoeg gelachen had, gaf de koning bevel Nanzi naar de gevangenis te brengen en hem de volgende dag te doden.

"Het heeft er nog nooit zo lelijk voor me uitgezien; het lijkt erop dat het met me is afgelopen," zei Nanzi, "maar laat ik er nog eens rustig over nadenken, of er geen middel meer is om me uit dit penibele geval te redden."

Na lang peinzen, smeekte Nanzi de koning hem als gunst toe te staan dat zijn vrouw Shi Maria bij hem op bezoek mocht komen. Dit werd toegestaan.

Huilend verscheen Shi Maria. "Hoe kom je toch in zo'n toestand," snikte ze. "Het is nu geen tijd om erover te redeneren, hoe ik erin gekomen ben," zei Nanzi, "maar help me liever een middel te verzinnen om er weer uit te komen."

"Zelf heb ik al iets bedacht," zei hij, "en bedenk zelf of het goed is: vannacht, als het donker is, moet je heimelijk komen en een gat in de grond graven dicht bij de slaapkamer van de koning; in het gat moet je onze jongste spruit verbergen, die even bijdehand belooft te worden als zijn vader, en je moet het gat met gras bedekken, zodat niemand kan vermoeden dat er op die plek een gat is. Dan moet je de jongen een paar liedjes leren, die ik je zal voorzeggen, en die hij in de vroege morgen moet aanheffen, maar met treurende, klagende stem."

Shi Maria beloofde alles te zullen doen, zoals Nanzi het haar geleerd had. Zij leerde de liedjes van buiten en nadat ze zeer bedroefd afscheid genomen had van Nanzi - naar ze dacht voor altijd - ging ze naar huis.

Nauwelijks begon de morgen aan te breken, of daar hoorde men een klaaglijke stem, die uit de grond scheen te komen, het volgende zingen:
"Als Nanzi gedood wordt,
zal het niet meer regenen!
Als Nanzi gedood wordt,
zal de zon niet meer opgaan!
Als Nanzi gedood wordt,
zal koning Shon Arey sterven!
Als Nanzi gedood wordt,
zal het kind van de koning sterven!
Als Nanzi gedood wordt,
zal de koningin sterven!
Als Nanzi gedood wordt,
zal al het vee van de koning sterven!
Als Nanzi gedood wordt,
zullen alle planten en bomen in de tuinen van de koning verdrogen!"
De klaagzangen hadden de koning gewekt en een grote vrees beving hem langzamerhand bij het horen van die stem, waarvan niemand de herkomst wist, en die zulke slechte dingen voorspelde.

Ten slotte voelde de koning er zich zo ongelukkig onder, dat hij bevel gaf Nanzi maar te laten lopen.

Op die manier ontliep Nanzi een welverdiende straf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten